Chirurgen gespecialiseerd in kniechirurgie in het Delta Ziekenhuis van de Chirec Ziekenhuisgroep verenigden zich in het Brussels Knee Center (BKC) voor de globale en specifieke behandeling van kniepathologie, ook voor topsporters.
“Er zijn in België niet veel chirurgen die gespecialiseerd zijn in ‘de knie’, en samen met dr. Koen Lagae, een collega die ik al jaren ontmoet op congressen, beslotenn we om samen te werken, eerder dan elkaars concurrent te zijn”, zo zegt dr. Michel Vancabeke. “Hij werkt in Antwerpen, maar ook af en toe in het Medish Centrum Edith Cavell en nu ook in het Delta Ziekenhuis. De derde chirurg van het Brussels Knee Center is dr. Arnaud Deltour die sinds kort in het Delta Ziekenhuis werkt. Eerder was hij aan de slag in Saint-Luc.”
Voor de drie artsen gaat het niet om een groepering in een gebouw, maar om samen te werken in een ziekenhuis, en aan een website, www.bkc.be, aan guidelines en zorgtrajecten om de patiënten zo goed mogelijk te kunnen behandelen.
Topdokters
Om deel te kunnen uitmaken van het BKC, moeten artsen voldoen aan een aantal wetenschappelijke kwaliteitscriteria: ze moeten als chirurg 100% actief zijn in de kniechirurgie (prothesen en reconstructie), ze moeten minstens drie wetenschappelijke artikels of hoofdstukken in een boek gepubliceerd hebben, vijf internationale mondelinge presentaties gegeven hebben en actief zijn in minstens drie internationale wetenschappelijke verenigingen.
De drie voornoemde chirurgen voldoen aan die criteria en om het team te vervolledigen werden twee junior leden (jonger dan 35 jaar) gekozen, de dokters Yorick Berger en Jérôme De Muylder, die al actief zijn in de kniechirurgie en die nog vijf jaar hebben om te voldoen aan de vereiste criteria.
Het Brusselse kniecentrum wil werk maken van indicaties voor chirurgie en zorgtrajecten en wil daarnaast ook live surgery-congressen en wetenschappelijke symposia organiseren, en deelnemen aan nationale en internationale congressen. “Omdat we hopen om minstens 500 prothesen en 700-800 kruisbanden uit te voeren, zullen we over een aanzienlijke databank beschikken”, aldus dr. Vancabeke.
Tenslotte wil het BKC zich profileren als een referentiecentrum om te kunnen samenwerken met de industrie om nieuwe technieken en implantaten te verbeteren, te verfijnen en te ontwikkelen.
Sportclubs die op zoek zijn naar een specialist in de kniechirurgie kunnen meer te weten komen op de website van het kniecentrum. De drie chirurgen brengen uiteraard knieprothesen aan, maar ze zijn ook gespecialiseerd in chirurgie bij sportblessures, en meer bepaald chirurgie van de voorste kruisband. “We hebben alle drie gesport en we hebben elk zo onze voorkeuren”, zegt dr. Michel Vancabeke. “Ik speelde 25 jaar basketbal en ik verzorg heel wat basketters van grote clubs. Dr. Arnaud Deltour speelt hockey en dr. Koen Lagae, voetbalde bij Cercle Brugge.”
Blessures in opmars
Dr. Vancabeke stelt een sterke toename vast van het aantal letsels van de voorste kruisband. “Sport evolueert snel en mensen trainen hoe langer hoe harder en op jongere leeftijd. In hockey, basketbal en voetbal hebben 12 à 13-jarigen al drie tot vier trainingen per week. De laatste vijf à tien jaar zien we een aanzienlijke toename van het aantal letsels aan de voorste kruisband bij jongeren van 15 of 16 en zelfs bij 12 à 13-jarigen, iets waar we vroeger niet vaak mee geconfronteerd werden.”
Meisjes hebben een verhoogd risico op gescheurde kruisbanden (2/3 tegen 1/3 jongens die basket spelen. “Daar zijn hormonale verklaringen voor, maar het gaat om laksheid en een minder goede proprioceptie van de spieren die maken dat hetzelfde ongeval andere gevolgen heeft voor jongens dan voor meisjes.”
Nooit zonder kinesitherapie
Een kruisbandoperatie kan niet zonder de beste kinesitherapie. “Het is extreem belangrijk. Het is de kinesitherapie die zal bepalen of een speler opnieuw kan gaan sporten”, zegt de specialist. “Een paar jaar geleden beseften we dat er nogal wat vroegtijdige nieuwe scheuren optraden, vermoedelijk door slechte kinesitherapie. Voor de revalidatie is samenwerking met gespecialiseerde kinesitherapiecentra noodzakelijk. De chirurg kan geen goede resultaten boeken als zijn ingreep niet gevolgd wordt door goede kinesitherapie.”
Martine Versonne
© Journal du médecin