Diabetische retinopathie

Diabetische retinopathie (PDR) omvat de aandoeningen van het netvlies bij diabetes type 1 of type 2. Het is de belangrijkste oorzaak in de wereld van blindheid bij patiënten ouder dan 65 jaar.

Het verschijnt gechirec05122016amiddeld vijftien jaar na de ontwikkeling van diabetes, maar het kan worden voorkomen door een goede glycemische controle.

Diabetische retinopathie is een stille ziekte omdat de symptomen meestal afwezig zijn in het begin van de ziekte en wanneer ze verschijnen, is de ziekte meestal reeds in een vergevorderd stadium. Dit is de reden waarom screening een zeer belangrijke plaats inneemt. Een onderzoek van de fundus wordt aanbevolen bij alle patiënten die met diabetes gediagnostiseerd werden. Daarna is een opvolging van de fundus elk jaar noodzakelijk, of meer als de situatie dat vereist.

Risicofactoren voor het ontwikkelen van diabetische retinopathie zijn de duur van de diabetes, een slechte balans met een te hoog geglycosyleerd hemoglobine (> 7%), hypertensie, proteïnurie of geassocieerde hypercholesterolemie. Het is noodzakelijk om al deze parameters te controleren.

Diabetische retinopathie treedt op wanneer overtollig suiker in het bloed bloed, kenmerk van diabetes, haarvaten heeft beschadigd die het netvlies voorzien van voedingsstoffen en zuurstof. Het ontwikkelt zich in twee evolutionaire patronen, vaak verband houdend met elkaar.

De eerste, niet-proliferatieve retinopathie, wordt geassocieerd met retinale ischemie. Deze wordt opgemerkt wanneer bloedvaten in het netvlies verstopt raken en het bloed niet goed het netvlies kan doorbloeden.

Deze vorm van diabetische retinopathie kan evolueren tot proliferatieve diabetische retinopathie waarbij er uitscheiding is van VEGF (vasculaire groeifactoren) en vorming van neovascularisatie om het gebrek aan zuurstof te bekampen. Deze nieuwe vaten zijn defectief, het verlies van de dichtheid van hun afsluitwand leidt tot lekkage van vloeistof en/of het ophopen van bloed in het netvlies. Men spreekt van bloedingen in het geval van bloed of oedeem bij plasma, en maculair oedeem als het zich in de macula bevindt.

Aanvankelijk gaat de retinopathie niet gepaard met zichtbare symptomen. De symptomen duiken pas laat op en worden veroorzaakt door complicaties. Het verlies van het gezichtsvermogen gebeurt vaak geleidelijk en langzaam. Maar dit kan ook plotseling gebeuren, tijdens een glasvochtbloeding bij proliferatieve diabetische retinopathie. De symptomen van maculair oedeem zijn niet specifiek, men kan getuige zijn van een daling van de visie, metamorfopsie of scotoma. Een eenvoudige test voor de detectie van maculair oedeem is het Amsler-rooster.

De diagnose wordt gesteld door de oogarts. Dit gebeurt door het meten van de gezichtsscherpte, het meten van de intraoculaire druk en een onderzoek van de fundus na pupilverwijding. De manifestaties in de fundus zijn micro-aneurysmes, bloedingen, wattenvlekken, afscheidingen, neovascularisatie of maculair oedeem. De optische coherentie tomografie (OCT) en fluorescentie-angiografie kan ook worden uitgevoerd om de diagnose te bevestigen of te verfijnen.

De behandeling van diabetische retinopathie vereist een nauwe samenwerking tussen de oogarts, diabetologist en huisarts. Bij een vroege diagnose, kan de ziekte doeltreffend worden behandeld.

Maar wanneer te grote laesies worden gediagnosticeerd, zijn ze onomkeerbaar. De behandeling bestaat voornamelijk uit preventieve maatregelen, zoals een strikte controle van diabetes met een geglycosyleerd hemoglobine (HbA1c) van minder dan 7%, een strikte controle van de bloeddruk (<140 / 85mmHg) en van de cholesterolwaarden.

De curatieve behandeling is gebaseerd op de panretinale fotocoagulatie (PPR), een laser procedure op het niveau van de ischemische gebieden. PPR vermindert de vorming van neovascularisatie doordat de afscheiding van VEGF wordt verminderd. Bij maculair oedeem kunnen intravitreale injecties van anti-VEGF of steroïden worden uitgevoerd. Tenslotte kan een chirurgische behandeling zoals een vitrectomie nodig zijn bij niet spontaan absorbeerbare intravitreale hemorragie.

Conclusie : diabetische retinopathie is ernstig als ze wordt verwaarloosd. Maar een snelle diagnose van de beginfase en regelmatige oftalmologische controles gedurende de levensduur van de diabetische ziekte moeten de progressie naar ernstige complicaties kunnen voorkomen.

chirec05122016b

1.       intravitreale injectie
2.       retinale fotocoagulatie
3.       vitrectomie

Dr. Ernesto Bali, oogheelkunde, Leopoldpark Ziekenhuis
Dr. Pierre Lefèbvre, oogheelkunde, Leopoldpark Ziekenhuis
Dr. Marine Michez, stagiaire