Het management en het personeel van het Edith Cavell Ziekenhuis wilden het. Ze hadden alles in het werk gesteld om het te krijgen. In december werden hun inspanningen beloond door de toekenning van het label “Baby Friendly Hospital“. Een kwaliteitsgarantie voor de verzorging van baby’s en hun moeders in deze materniteitsafdeling, waar vorig jaar 3075 baby’s ter wereld kwamen.
Dr. Dominique Grossman, hoofd van de neonatale eenheid op Edith Cavell, situeert de context: “Het Baby Friendly Hospital Initiative (BFHI) werd gelanceerd door de WHO en UNICEF. Het is gebaseerd op tien voorwaarden die de minimum algemene criteria vormen voor het ziekenhuis om de status van ‘Baby Friendly’ te claimen, zonder de ‘moedervriendelijke’ criteria te vergeten.”
Elk ziekenhuis moet ook een eigen charter schrijven, waarin wordt verklaard dat men de tien voorwaarden respecteert. “Het heeft een hoop werk gekost, vooral de opleiding van alle medewerkers, artsen maar ook van verzorgend, logistiek en administratief personeel, kortom alle medewerkers die in contact met patiënten kunnen komen, zodat iedereen dezelfde beleidslijn volgt“, zegt Dr Grossman.
BFHI betekent niet dat borstvoeding verplicht is
De pediater benadrukt: “In tegenstelling tot wat veel mensen denken – ook nu nog – betekent Baby Friendly Hospital niet dat borstvoeding verplicht is, maar dat men probeert om borstvoeding te bevorderen met respect voor de beslissing van de moeder. ”
Baby’s gevoed met kunstmelk worden niet vergeten. “Veel punten zijn van toepassing op alle baby’s (bvb. aanmoedigen van huid op huid-contact bij de geboorte, …) en het label bevat ook eisen in verband met flesvoeding“, legt Dominique Grossman uit.
“Bij borstvoeding hebben gezondheidswerkers soms de neiging om hun eigen ervaring voorop te stellen. Het werk dat we doen met het BFHI leert ons om onze persoonlijke ervaringen tussen haakjes te zetten en ons discours te ondersteunen door middel van wetenschappelijk redeneren“, voegt Dr. Grossman toe.
Uitgebreide reflectie
Het BFHI zorgde ook voor een uitgebreide reflectie bij het personeel van de materniteit in Cavell over vele onderwerpen. “Zo staan we nu toe aan toekomstige moeders om licht te drinken en te eten tijdens de bevalling, terwijl ze voordien moesten vasten in het geval er een C-sectie zou zijn. Dit vereiste een hele discussie met de anesthesisten. In dezelfde geest hebben we ook nagedacht over alternatieve methoden van epidurale pijnstilling“, zegt de kinderarts.
Bovendien legt dr. Grossman ook uit dat de aanbevelingen niet altijd letterlijk moeten worden genomen en altijd moeten worden verklaard. “We zullen nooit verbieden aan een moeder om een fopspeen te geven aan haar baby, maar we zullen uitleggen waarom het beter is om de fopspeen niet aan te bieden in het begin van de borstvoeding en we zullen haar wetenschappelijke onderbouwing geven. Maar de uiteindelijke keuze ligt altijd bij de ouders. Dat gezegd hebbende, is het belangrijk dat ze over alle informatie beschikken om hun beslissing te nemen. Het is hetzelfde voor de kunstmatige melksupplementen.”
Samenwerking met de huisarts gewenst
Natuurlijk heeft de huisarts een belangrijke rol te spelen: “Of het nu gaat over het tijdens de zwangerschap reeds bespreken van de geboorte met de patiënt en de rol die ze wenst te geven aan borstvoeding, of over de postnatale follow-up, de huisarts is een belangrijke partner in het multidisciplinaire werk dat we doen“, zegt de kinderarts.
Meer dan ooit overtuigd
Tot slot, om de vier jaar moet het ziekenhuis een evaluatie ondergaan om zijn label te houden. “We zijn vastbesloten om al het mogelijke te doen om dit label te houden, omdat we geloven dat het beter is voor moeder en baby“, besluit dr. Grossman.