Dr. Nicolas Vandenbalck, sportarts en traumatoloog op de dienst orthopedie van het Delta Ziekenhuis, draaide achttien dagen mee op de Olympische Spelen van Parijs 2024!
Het begon allemaal anderhalf jaar geleden toen dr. Alain Frey, het hoofd van de polikliniek van het olympisch dorp en een goede kennis van dr. Nicolas Vandenbalck, hem vroeg om te komen werken in de polikliniek van het olympisch atletendorp. Dr. Frey moest immers een team samenstellen van Franse en buitenlandse artsen, gespecialiseerd in sporttraumatologie. “Ik heb geen seconde getwijfeld en meteen ‘ja’ gezegd op dit prachtige voorstel”, vertelt dr. Vandenbalck.
Dr. Vandenbalck is altijd gepassioneerd geweest door sport, ook al was hij zelf geen topsporter. Al op zeer jonge leeftijd deed hij aan wedstrijdskiën en rond zijn twaalfde begon hij met hockey, een sport die hij twintig jaar lang beoefende. Vandaag speelt hij recreatief basket en traint hij vooral binnen. Maar het hoogtepunt van zijn passie voor sport en de Olympische Spelen kwam ongetwijfeld in 1980, toen hij door klierkoorts een maand lang in bed moest blijven. Net op dat moment vonden de Olympische Winterspelen in Lake Placid plaats. Vijftien dagen lang keek hij dan ook dag en nacht naar dit evenement. Zijn liefde voor de OS werd een feit! Verschillende atleten uit verschillende landen nemen het in verschillende sportdisciplines tegen elkaar op op de mooiste plekken ter wereld: dat blijft voor hem een magisch gegeven.
Zijn motivatie om zelf de OS bij te wonen, wordt misschien ook wel aangewakkerd door een grote frustratie uit het verleden. Dr. Vandenbalck was namelijk dertien jaar lang arts van de Red Lions, het Belgische nationale hockeyteam. Hij zag zijn spelers dus drie keer zelf naar de Spelen trekken, maar mocht zelf niet mee … Om een accreditatie voor het olympisch dorp te besparen, koos de Belgische Hockey Bond er immers voor om een beroep te doen op de artsen van het Belgisch Olympisch Comité die ter plaatse aanwezig waren. “Als ik niet door de deur binnen mag, ga ik wel via het raam!”, grapt de arts.
De polikliniek is een klein ziekenhuis in het olympisch dorp en bestaat uit een onthaal en een medische en orthopedische spoeddienst met vier bedden die 24 uur per dag operationeel is. Daarnaast is er een consultatiedienst voor sporttraumatologie – waar dr. Vandenbalck werkte –, een dienst radiologie voor röntgenfoto’s en echografieën en met twee MRI-scanners, een dienst kinesitherapie en osteopathie, een tandheelkundige en oogheelkundige dienst, een bandagisterie en consultaties voor cardiologie, psychologie en gynaecologie op afspraak. Atleten en stafleden uit de verschillende deelnemende landen kunnen er terecht voor een gratis behandeling. Dat maakt deel uit van het Olympisch Handvest. Bepaalde atleten en stafleden hebben dat systeem trouwens duidelijk begrepen en maken er misbruik van.
Toen het olympisch dorp op zijn drukst was, kwamen er in de polikliniek dagelijks zo’n 600 patiënten over de vloer. Dat is een stuk minder dan bij vorige Olympische Spelen. Dit jaar waren er immers veel meer accreditaties voor artsen en kinesitherapeuten door de delegaties in het olympisch dorp. De landen die het vaakst over de vloer kwamen in de polikliniek, zijn de landen met kleine delegaties en beperkte middelen of de landen waar de kwaliteit van de medische zorg lager is (Afrika, Zuid-Amerika of de eilanden in de Stille Oceaan).
Op de dienst sporttraumatologie waar dr. Vandenbalck aan de slag was, kwamen voornamelijk sporters met kleinere letsels langs (spierletsels, lendenpijn, letsels door overbelasting enz.). Er waren uiteraard ook enkele zwaardere gevallen die een ernstigere behandeling vereisten (gescheurde kruisbanden bij een rugbyspeelster, acromioclaviculaire luxatie van graad vier bij een judoka, peesruptuur bij een sprintster op de 100 m …).
Het olympisch dorp van de OS van Parijs 2024 lag in Saint-Denis, niet ver van het Stade de France, en wordt beschouwd als het mooiste en meest aangename atletendorp sinds het ontstaan van de Spelen. De nieuwe harmonieuze gebouwen, gelegen in een zeer groene omgeving, waren voor de atleten ideaal om te ontspannen. Er was zelfs een Beach Club met een bar (zonder alcohol weliswaar), een petanquebaan, ligstoelen en dj-sets!
Het dorp beschikte bovendien over een supermarkt, een Parijs 2024-winkel, een postkantoor, een wasserette, een bakker en verschillende kleine foodtrucks. Een echt klein stadje dus.
Het leven in een sportdelegatie heeft heel wat beperkingen. De atleten slapen met meerdere mensen in een kamer en hebben veel vergaderingen en trainingen. Ze leven dus erg dicht bij elkaar en daar kunnen niet alle atleten de hele periode lang even vlot mee om. Een aangenaam dorp waar ze zich even kunnen afzonderen, is dus voor velen een meerwaarde.
Uiteraard was ook de veiligheid in en rond het dorp van groot belang.
Dr. Vandenbalck logeerde niet in het dorp zelf en werkte ongeveer een dag op twee. Daardoor kon hij de OS ook beleven als toeschouwer en zo maar liefst zes olympische disciplines gaan bekijken. Hij zegt het luid en duidelijk: “De veiligheid, de organisatie van het vervoer naar de locaties, de wedstrijdlocaties en de algemene sfeer waren gewoon geweldig.”
Zijn besluit? “Het was een uitzonderlijke ervaring, zowel professioneel als emotioneel. De Spelen van binnenuit meemaken, contacten leggen met fantastische atleten, kunnen zien hoe de stafleden leven en de OS ook als toeschouwer mogen beleven … Door dat alles kon ik ten volle genieten van de geweldige organisatie van de Spelen in Parijs 2024. Ik keer terug naar Brussel met sterren in mijn ogen en ringen in mijn hoofd!