Een van de sterke punten van het Chirec Cancer Institute (CCI) is de personalisering van de zorg: er wordt een bevoorrechte relatie ontwikkeld tussen de patiënt en de verzorger(s), waarbij vertrouwen en menselijkheid van het grootste belang zijn.
En de personalisering van de aan patiënten geboden zorg houdt niet op bij de kwaliteit van de relatie tussen patiënt en zorgverlener. Het reikt veel verder dan dat en is terug te vinden in alle facetten van de kankerzorg: preventie, screening, diagnose, behandeling en follow-up.
De CCI-kliniek voor kankerpreventie en -screening biedt bijvoorbeeld gepersonaliseerde kankerscreening aan op basis van individuele risicofactoren. Hetzelfde geldt voor het preventieadvies.
Maar het is bij de behandeling van kanker dat individualisering onlangs een zeer grote extra dimensie kreeg, door de ontwikkeling van wat nu precisiegeneeskunde wordt genoemd. Deze geneeskunde stoelt de ontwikkeling van behandelingen op basis van een betere kennis van de biologische mechanismen die tot het ontstaan van een kanker leiden: in dit geval worden de behandelingen per geval bepaald, of sommigen zouden zeggen, het zijn ‘behandelingen à la carte’. Zo zullen twee patiënten met dezelfde kanker, in hetzelfde stadium, met grote waarschijnlijkheid twee verschillende behandelingen krijgen die worden bepaald door de moleculaire kenmerken van hun tumor.
Deze nieuwe behandelingen veranderen de prognose van veel kankersoorten aanzienlijk, ook van uitgezaaide kankersoorten: bij uitgezaaid melanoom bijvoorbeeld, dat binnen enkele maanden dodelijk kan zijn, is de overlevingskans nu één op twee patiënten.
Metastatisch melanoom: algemene overlevingscurven voor verschillende immunotherapieën en doelgerichte therapieën; de overleving kan nu oplopen tot 50% bij meer dan 5 jaar. Vóór deze behandelingen was de totale overleving slechts enkele maanden.
Precisiegeneeskunde omvat twee verschillende benaderingen:
Kankerspecifieke immunotherapie, die we bespraken in een recente ChirecPro, eind 2022. En gerichte kankertherapieën, die in dit artikel aan bod komen.
Doelgerichte therapieën zijn het directe resultaat van onderzoek dat de afgelopen vijftig jaar is verricht en waarbij de moleculaire mechanismen zijn ontleed die betrokken zijn bij de transformatie van een normale cel in een kankercel. Deze nieuwe behandelingen zullen de proliferatie en verspreiding van kankercellen blokkeren door deze mechanismen specifiek aan te pakken. Ze kunnen worden onderverdeeld in twee hoofdcategorieën:
Enerzijds behandelingen die de cellen binnendringen om specifiek een of andere molecule te blokkeren, met name eiwitkinases die betrokken zijn bij de overdracht van het mitotische signaal: TKI = tyrosinekinaseremmer. Deze behandelingen zijn kleine moleculen, omdat ze in de cellen moeten kunnen doordringen; ze worden oraal toegediend. Hun naam eindigt meestal met “ib”, verwijzend naar hun ‘remmende’ functie. Enkele voorbeelden: imatinib, erlotinib, sunitinib, gefitinib, lenvatinib, enz.
Anderzijds zijn er behandelingen die hun remmende werking buiten de cellen uitoefenen: dit zijn voornamelijk gehumaniseerde monoklonale antilichamen, gesynthetiseerd door biotechnologie, die gericht zijn op kinase-receptoren die op het celoppervlak tot expressie komen. Deze behandelingen verschillen van de geneesmiddelen in de bovenstaande categorie: zij worden intraveneus of onderhuids toegediend, niet via de mond; zij zijn groter van omvang en verspreiden zich daarom langzamer door het lichaam; zij zijn zeer specifiek, zoals alle antilichamen; en zij vertonen over het algemeen geen dosisgebonden toxiciteit. Hun naam eindigt meestal met “mab”, wat verwijst naar hun aard als ‘monoklonaal antilichaam’. Enkele voorbeelden: trastuzumab, bevicizumab, cetuximab, panitumumab,…
Illustratie van de doeltreffendheid van imatinib, een van de eerste gerichte therapieën: deze PET-scan toont de volledige respons na een maand behandeling met imatinib van een GIST (gastro-intestinale stromale tumor) met abdominale metastasen: deze tumor, bekend om zijn resistentie tegen chemotherapie, vertoont een uitzonderlijke respons op een gerichte therapie.
De ontwikkeling van doelgerichte therapieën is zodanig dat ze vandaag goed zijn voor een derde van de geneesmiddelen tegen kanker. Onderzoek heeft ‘biomarkers’ aan het licht gebracht: deze maken het mogelijk patiënten te testen om vast te stellen of zij al dan niet drager zijn van een biologische verandering die verband houdt met een reactie op een behandeling, hetgeen bij meer dan de helft van de therapieën hun voorschrift bepaalt.
Professor Thierry Velu, oncoloog en directeur van het Chirec Cancer Institute