Een team van het Chirec-ziekenhuis in Eigenbrakel heeft een onderzoeksprotocol uitgewerkt om de impact van cytotoxische behandelingen voor colorectale kanker op de ontwikkeling van fibrose en leversteatose te evalueren. “Dit onderzoek, waarbij ongeveer 50 patiënten betrokken zijn, wordt uitgevoerd dankzij de steun van de Care Stichting.”
De fibroscan-techniek, die meer dan twintig jaar geleden werd ontwikkeld voor de controle van alcoholische of virale cirrose, heeft aanzienlijke vooruitgang geboekt. “Met de apparatuur die we vandaag gebruiken, kunnen we een nauwkeurige kwantitatieve beoordeling krijgen, niet alleen van fibrose maar ook van steatose. In het verleden was steatose een enigszins verwaarloosd klinisch teken”, zegt dr. Bertrand Vos, diensthoofd gastro-enterologie in het Braine l’Alleud-Waterloo ziekenhuis. “We hebben ook een goede correlatie tussen dit onderzoek en de leverbiopsie. De prestaties van het onderzoek zijn dus beter. Hierdoor kunnen we de behoefte aan een biopsie verminderen, vooral omdat we te maken hebben met patiënten die als gevolg van hun cirrose bloedingsstoornissen kunnen hebben.”
Omdat zwaarlijvigheid en stofwisselingsstoornissen steeds vaker voorkomen, is de test een nuttig wapen om het risico op ernstige leveraandoeningen op langere termijn te bepalen. “Het is bekend dat wanneer iemand een leverziekte heeft, ongeveer één op de vijf patiënten binnen de twintig jaar cirrose zal ontwikkelen. Bloedonderzoeken kunnen een valse geruststelling geven. Het is bekend dat 20-25% van de risicopatiënten normale bloeduitslagen hebben, maar al wel fibrose of steatose van de lever hebben. In het geval van een persoon die te veel alcohol consumeert of die suikerziekte of zwaarlijvigheid heeft, kan het dus interessant zijn dit onderzoek, dat tien minuten duurt, ambulant uit te voeren om de patiënt te informeren en preventieve maatregelen te treffen. Leversteatose is namelijk een omkeerbare aandoening. Hoewel er weinig geneesmiddelen beschikbaar zijn om NASH te bestrijden, kan gewichtsverlies leiden tot regressie van de laesies. “Zo kan een fibroscan patiënten die bariatrische chirurgie hebben ondergaan, in staat stellen om een verbeterde gezondheid van de lever te bevestigen.”
Chemotherapie onder toezicht van fibroscans
Naast deze indicaties heeft het Chirec-team een onderzoeksprotocol ontwikkeld met betrekking tot de impact van cytotoxische behandelingen voor colorectale kanker op de ontwikkeling van fibrose en leversteatose.
Elk jaar wordt bij meer dan 9.000 Belgen colorectale kanker vastgesteld, grosso modo even vaak bij mannen dan bij vrouwen. Vroege diagnose leidt tot genezing in meer dan 90% van de gevallen, maar uitzaaiingen worden waargenomen in 40 tot 60% van de gevallen.
De cytotoxische chemotherapie die meestalbij colorectale kanker wordt gebruikt, is verantwoordelijk voor frequente levertoxiciteit. Oxaliplatin veroorzaakt een sinusoïdaal capillair obstructiesyndroom en Irinotecan veroorzaakt leversteatose die ernstig kan zijn. Deze door chemotherapie veroorzaakte leververanderingen bij colorectale kanker kunnen het risico van leverchirurgie verhogen.
Aangezien overgewicht en zwaarlijvigheid risicofactoren zijn voor het ontwikkelen van colorectale kanker, is het bovendien waarschijnlijk dat patiënten met colorectale kanker een zekere mate van steatose of fibrose vertonen op het moment dat de diagnose van colorectale kanker wordt gesteld.
Het doel van het onderzoeksproject is de prevalentie van steatose en fibrose bij nieuw gediagnosticeerde patiënten met colorectale kanker te bestuderen en de voorspellende waarde van een fibroscan op de hepatotoxiciteit geïnduceerd door chemotherapie met inbegrip van Oxaliplatin of Irinotecan te onderzoeken. “Dit onderzoek, waarbij ongeveer 50 patiënten betrokken zijn, wordt uitgevoerd met de steun van de Care Stichting. Het gaat om patiënten die het risico lopen deze laesies te ontwikkelen vanwege hun kanker, maar bij wie de behandelingen dit risico nog vergroten. Daarom onderzochten wij hun leverstatus met behulp van een fibroscan vóór de chemotherapie en vervolgens om de zes maanden tijdens de chemotherapie en zes maanden na de laatste behandeling. Dit laat ons toe om eventueel hun behandeling aan te passen in functie van de evolutie van de leverfunctie.”
“Dit onderzoek zal ons ook in staat stellen om te weten of er residuele toxiciteit is na chemotherapie. In de toekomst zou dit andere patiënten kunnen betreffen die met deze geneesmiddelen moeten worden behandeld voor andere kankers, zoals pancreas- of gastro-oesofageale kanker. Naast de toepassing in de dagelijkse klinische praktijk dragen fibroscan-onderzoeken ook bij tot een betere behandeling van de patiënt. “We hopen tegen eind 2022 significante resultaten te kunnen voorleggen. Het rekruteren van patiënten in onze ziekenhuizen is nog altijd gaande.”
> Meer info over de dienst gastro-enterologie