Vandaag kunnen niet alle kankers voorkomen worden, maar preventie kan het risico op kanker met ongeveer 40% doen dalen. Screening kan een aantal kankers opsporen, meestal in een vroeg stadium en vaak voordat de symptomen optreden. Het is daarom belangrijk patiënten aan te moedigen deel te nemen aan preventie en opsporing.
In Europa neemt het aantal nieuwe kankergevallen snel toe, enerzijds door een zeer sterke daling van de mortaliteit door hart- en vaatziekten, anderzijds door de vergrijzing van de bevolking. Als gevolg van deze ontwikkelingen is kanker de belangrijkste doodsoorzaak aan het worden.
Wereldwijd worden elk jaar 18 miljoen nieuwe gevallen van kanker gediagnosticeerd; dit aantal zou in de komende twintig jaar met 60% kunnen toenemen. In België worden gemiddeld elke maand bijna 6.000 nieuwe kankers gediagnosticeerd en volgens de cijfers van de Stichting Kankerregister* is dit aantal met bijna de helft gedaald tijdens de eerste lockdown. Deze daling hield niet alleen verband met de stopzetting van bepaalde ‘niet-spoedeisende’ medische activiteiten (raadplegingen en technische handelingen) en screeningsprogramma’s, maar ook met de angst van de patiënten om naar het ziekenhuis te gaan. Gelukkig heeft er geleidelijk een inhaalbeweging plaatsgevonden. In september 2020 waren er nog ongeveer 5.000 gevallen van kanker die wel werden verwacht, maar nog niet waren gediagnosticeerd. Volgens de cijfers van het register die in april werden gepubliceerd, ontbreken er in de eerste twee jaar van de pandemie nog 2700 kankerdiagnoses ten opzichte van de cijfers van 2019.
Het is dan ook van het grootste belang patiënten aan te moedigen hulp te zoeken voor zorgwekkende symptomen en ook het bewustzijn over preventie en screening te vergroten.
Om aan die nood te kunnen voldoen, biedt de Kliniek voor Preventie en Kankeropsporing in het Deltaziekenhuis en in het ziekenhuis Braine-l’Alleud – Waterloo elke patiënt een globale, gepersonaliseerde aanpak aan om kanker te voorkomen en op te sporen.
Preventie en opsporing: waarom?
Vandaag is het niet mogelijk om alle vormen van kanker te voorkomen. Maar preventie kan het kankerrisico met ongeveer 30% verminderen.
Door opsporing kunnen verschillende vormen van kanker, vaak in een vroegtijdig stadium, worden opgespoord en dit zelfs voordat symptomen opduiken. Behandelingen zijn dan efficiënter en de kansen op genezing veel groter. Bij sommige vormen van kanker is het ook mogelijk om letsels op te sporen die eventueel tot kanker kunnen leiden. Door deze letsels te behandelen groeien ze niet uit tot kanker.
Preventie- en opsporingsconsult
De raadpleging staat open voor iedereen, met of zonder een bepaalde risicofactor voor kanker. De patiënt kan op eigen verzoek of op advies van een arts (huisarts of specialist) een afspraak maken. Een eerste consult maakt het mogelijk een persoonlijk risicoprofiel op te stellen aan de hand van een vooraf ingevulde medische vragenlijst, een anamnese en een klinisch onderzoek.
Een opsporingscircuit
Afhankelijk van de risicofactoren van de patiënt wordt een aantal gespecialiseerde onderzoeken en raadplegingen aanbevolen en zo goed mogelijk georganiseerd volgens de beschikbaarheid van de patiënt. Daarna worden de resultaten en de follow-up-aanbevelingen tijdens de raadpleging aan de patiënt meegedeeld en, met zijn of haar instemming, aan de behandelende arts(en) doorgegeven. Tijdens dit consult wordt ook persoonlijk advies over kankerpreventie gegeven.